FISH

(inverse sonnet)

 

In water waarin alles anders lijkt

dan anders, een veranderd vibreren,

je zacht meanderende staart die strijkt

langs anderen in glazig glad passeren,

 

ademloos hijgend naar wie je bekijkt

met schubben die oneindig reflecteren

en omgekeerd, in stukjes met hiaten,

een fragmentatievuurwerk van gewoel.

 

Zo spat je uit elkaar in gekrioel

van kleine vissen, splinters van granaten,

hun school ontploft in afstand tot hun maten.

 

Zo sta je los. Je zoekt een vast gevoel

al moet je met dat afgelegen doel

je wortels in het water achterlaten.

 

 

 

WITHOUT

(scharnier)

 

Hoor je de zee ? Jezelf ? De stemmen praten

in eb en vloed en waarom overspoel

je naaf met leegte, snede met mankeren ?

Is alles weg zo ver je blikveld reikt ?

 

Je vindt wat voor jou weg is, daar waar gaten

 

gevallen zijn. Waar alle houvast wijkt

en jij je, mét de angst je te bezeren

laat varen op een rijzend voorgevoel

en op de hoogste golf durft los te laten.

 

 

 

BICYCLE

(sonnet)

 

Witheet het strand en sprakeloos verlaten

de zee brak als een weeë algenpoel.

Landinwaarts ogen hoge bomen koel

maar hars lekt uit hun afgesneden vaten.

 

Je navelstreng, je laren, je penaten :

begraaf je. In je nieuwe binnenboel

strekken je benen tussen bed en stoel

met schreden die verschroeien als spagaten.

 

Zo leer je stappend, passend construeren ;

stilzwijgend wordt je voetspoor ingedijkt

voorbij de bossen die de hitte weren.

 

Alleen de wilg die naar beneden kijkt

vertelt je dat je niet terug kunt keren

in water waarin alles anders lijkt.

 

 

3 luik voor Masha Amsterdam 29 maart 2005 copyright © Catharina Blaauwendraad