Een nieuw jaar (fragment)
Nog niet. De zoon moet nog trouwen,
de oude nog sterven. Er komt nog
wereldvoetbal en goudvissenbroed.
In de reiskist vouwt zij de avondjurk,
kinderkleren, gesloten papieren. Eetbaar
de kleine vruchten en draken van koek.
Op de steiger blijkt de kist gevoerd
met gestreepte zijde. Leegte, lavendelgeur.
Gisteren zwommen hier zwanen als schepen.
De woorden struikelen. Verhalen
worden brabbeltaal. De namen
van de kinderen raken vergeten.
Er was een bos met grijze stammen,
een groot dier dat zij onverschillig
waarnam. Beest, dacht ze, beest.
Wind blaast een lied in kwinten
en octaven. Gestrekte takken wuiven
met hun laatste hand. Er is een boot
om haar de lege haven uit te dragen.
Zij heeft nog stem. Zij laat zich
nog niet varen naar het stille feest.
© copyright Anna Enquist